Authenticiteit, authentiek zijn bestaat uit congruent en transparant.
Congruentie gaat over de binnenzijde, dat wat je denkt, voelt en ervaart van binnen.
Transparant gaat over de buitenzijde, dat wat je laat zien en zegt. In je gedrag en houding.
Wanneer je van binnen irritatie voelt en dat niet zegt, maar net doet alsof alles oké is, dan ben je niet authentiek. Dat voelt je gesprekspartner gelijk. Er zal geen verbinding mogelijk zijn. Voor het maken van verbinding is authenticiteit nodig: van binnen en naar buiten toe dienen op één lijn te zijn.
Wanneer je niet op één lijn met je gesprekspartner zit, kan dat te maken hebben met het
representatiesysteem
van waaruit jij je wereld beleeft en van waaruit jouw gesprekspartner zijn wereld beleeft. Het kan ook te maken hebben met jou: met dat je van binnen iets anders ervaart, dan dat je in gedrag en houding laat zien.